zondag 4 februari 2018

Huwelijken in Hoogeveen en Swalmen, 1825 - 1874

Johanna Elisabeth Hendrika Wijnen (1921 – 1990)


De leden van de twee hoofdtakken van mijn stamboom leefden lange tijd binnen beperkte geografische gebieden. Die van mijn vaderskant in de regio Hoogeveen*, die van mijn moeder in Swalmen en directe omgeving**. Dat biedt mij de mogelijkheid de huwelijkspraktijk binnen deze twee gemeenschappen met elkaar te vergelijken.

1825-1874
De periode die ik daarvoor gebruik is het midden van de 19e eeuw, om precies te zijn de vijftig jaar van 1825 t/m 1874. Ik heb dit tijdvak gekozen omdat de gegevens betrouwbaar en compleet zijn en men nog honkvast is. Ik vergelijk alleen huwelijken waarbij bruidegom en bruid niet eerder getrouwd waren. Voor Hoogeveen levert dat 65 huwelijken op, voor Swalmen 75.

Beroepen
Er zijn grote verschillen tussen de twee gemeenschappen. De Hoogeveeners zijn protestants, de mensen uit Swalmen katholiek, om maar eens iets te noemen. In Hoogeveen leeft men van turf en de binnenvaart, Swalmen is sterk agrarisch. Toch zijn er ook overeenkomsten: beide stambomen zijn in deze periode gevuld met louter werkvolk en kleine zelfstandigen (mijn stamboomonderzoek is een oefening in nederigheid). In Hoogeveen zijn dit respectievelijk arbeiders en binnenvaartschippers, in Swalmen knechten en landbouwers. In onderstaande tabel de beroepen van de bruidegoms, zoals vermeld op de huwelijksakten.

We zien nog een onderscheid: in Swalmen is er het begin van een diversificatie die zich in de jaren erna versterkt voortzet, in Hoogeveen vinden we beroepen die we ook in de 17e eeuw hadden kunnen aantreffen.

Huwelijksleeftijd

Het eerste wat bij vergelijking van de huwelijken opvalt, is het verschil in huwelijksleeftijd.
In Swalmen trouwt men later, en is het verschil in leeftijd tussen bruidegom en bruid groter. Zo is in Hoogeveen bij 40% van de huwelijken de bruid ouder dan de bruidegom, waar dat in Swalmen bij slechts 23% het geval is.

Moetjes 
Zwangerschap kan een verklaring zijn voor een lagere huwelijksleeftijd: men moet dan wel trouwen. Een aanwijzing voor zo’n ‘moetje’ is een kind dat kort na het huwelijk wordt geboren. Ik hanteer daarvoor een maximumtermijn van 7 maanden, met als voorwaarde dat het kind minimaal een jaar blijft leven, om vroeggeboorten uit te sluiten. We krijgen dan het volgende beeld:


In Hoogeveen is bij ruim een kwart van de huwelijken de bruid met zekerheid zwanger, terwijl dat in Swalmen bij slechts een op de tien het geval is. Een opmerkelijk verschil. Is zwangerschap echter wel een reden voor een eerdere huwelijkssluiting? Daarvoor vergelijken we de leeftijden tussen de reguliere huwelijken en de ‘moetjes’.


In Hoogeveen heeft een zwangerschap nauwelijks invloed op de huwelijksleeftijd. Blijkbaar trouwt men op de leeftijd waarop men sexueel actief wordt.


In Swalmen zien we wel een fors verschil. Zonder de ‘moetjes’ zou de gemiddelde huwelijksleeftijd nóg hoger liggen. Het is opvallend dat de leeftijd van de moetjes in Hoogeveen en Swalmen vrijwel gelijk is. Wint nature het hier van nurture?

Conclusies
Conclusies zijn lastig te trekken zonder uitgebreid sociologisch onderzoek onder een grotere hoeveelheid huwelijken. Toch doe ik paar zeer onwetenschappelijke voor-de-vuist-weg pogingen:

  • In Hoogeveen trouwt men zodra men behoefe aan sex heeft (of kort erna...). In Swalmen houdt men zich 4 á 5 jaar in en trouwt dan pas. 
  • Ik denk dat de boerencultuur in Swalmen later trouwen in de hand werkt. Een boerenzoon verdient geen loon, een turfsteker wel. De laatste is dus eerder economisch zelfstandig.
  • Ik heb de indruk dat de kindersterfte in Hoogeveen hoger is dan in Swalmen, wat een reden kan zijn om eerder te trouwen. Daarop kom ik in een later bericht nog terug. 
  • Clichés zijn betrekkelijk: de preutse calvinisten verslaan de katholieke bon vivants op het gebied van moetjes.

Omdat cijfers niet alles zeggen
Johanna Elisabeth Hendrika – Joke – Wijnen was de oudste zus van mijn moeder. Ze werd op 8 juli 1921 geboren, haar ouders gaven elkaar op 29 december 1920 het jawoord. Een moetje dus. Joke kwam lichamelijk gehandicapt ter wereld en haar ouders hebben dat altijd gezien als de straf van God voor hun buitenechtelijke escapades.

Ik heb mijn tante Joke goed gekend, kettingrokend in haar rolstoel, asbakje in de schoot, bittere humor debiterend (en hopeloos verliefd op haar behandelend arts). Ze leefde tot 1976 met haar moeder in een bejaardenhuisje in Ede, daarna alleen. Joke stierf in 1990 en ligt begraven op het RK kerkhof van Ede.

* Hoogeveen, Zuidwolde, Avereest
** Swalmen, Beesel, Maasniel, Buggenum